Vlak voor de zomervakantie pakte het Dockinga College in Dokkum in het kader van het project Sterk Techniekonderwijs Noordoost-Friesland (STO-NOF) het bordes in het technieklokaal aan. Voor de aanpassing schakelde de school het lokale staalconstructiebedrijf Ensel in. Ook hielpen twee vmbo-leerlingen mee aan de klus. Enkele weken later verrichtte één van hen vakantiewerk bij Ensel en volgt hij inmiddels een leerwerktraject bij de onderneming. ,,Het is prachtig wat deze connectie heeft opgeleverd.”
Sinds vorige maand is Thimo van der Meulen drie dagen in de week aan de slag bij Ensel Staalkonstrukties. De vierdejaars leerling van het Dockinga College/vmbo-VAKschool doet - na de vakantiebaan - een leerwerktraject bij het bedrijf aan de Holwerderweg. ,,Ik ga er fluitend naar toe en ga ook fluitend weer naar huis”, vertelt Thimo over z’n ervaringen bij Ensel. ,,Ik ben een echte metaalman. Dat heb ik van m’n pake. Op m’n zesde stond ik al bij hem in het hok te lassen.”
Om zich te ontwikkelen is een werkplek bij een bedrijf als Ensel Thimo op het lijf geschreven, vindt techniekdocent Leo Mooibroek van het Dockinga College. De school kon door het project STO-NOF de nodige investeringen doen in onder meer apparatuur en de faciliteiten in het technieklokaal. Het bordes, waar de leerlingen hun montage-oefeningen doen, was niet praktisch genoeg en moest naar beneden worden gebracht, aldus Mooibroek.
Voor die operatie werd contact gezocht met Ensel Staalkonstrukties, ‘een bedrijf uit de buurt’. Bij de brainstormsessie over de aanpak en invulling werd het idee geboren om óók leerlingen bij de klus te betrekken. Dat Thimo van der Meulen en z’n maat Aale de Haan meehielpen, werd een doorslaand succes én leidde ook tot een verdere samenwerking. ,,We hebben een mooi bordes gekregen. Daar zijn we superblij mee”, aldus docent Mooibroek over het resultaat. Thimo genoot volop van de praktijkervaring. ,,Het was heel leuk om te doen.”
Bij het bordesproject was er voor het Dockinga College ook nog een weerzien met oud-leerling Hidde de Jong die inmiddels z’n boterham bij Ensel verdient. De connectie tussen de school en het staalconstructiebedrijf zorgde ervoor dat Thimo een vakantiebaan bij de onderneming aan de Holwerderweg overhield. Ook leidde de verbinding tot plaatsing van Thimo in het kader van een leerwerktraject. Twee dagen in de week gaat de vijftienjarige Holwerder naar school en de resterende dagen vertoeft hij bij Ensel.
Het liefst zou Thimo, die op het Dockinga College de vmbo-basisgerichte opleiding volgt, elke dag aan de slag zijn bij het staalconstructiebedrijf. Maar dat is - met het oog op de leerplichtwet - niet mogelijk. Het leerwerktraject is daarom een ideaal alternatief voor hem, schetst Mooibroek. ,,Elk jaar zijn er enkele kandidaten voor dat traject. Daar zoeken we een geschikt bedrijf bij, maar dat is niet altijd even gemakkelijk”, aldus de docent.
Productieleider Geert Anne Kuperis van Ensel beaamt het verhaal van Mooibroek dat het best wel lastig is om leerlingen een plek op de werkvloer te bieden. ,,Het is heel herkenbaar. Niet alleen voor ons, maar ook bij andere bedrijven. De tijd en ruimte om goed in de jeugd te investeren, is er heel vaak niet”, aldus Kuperis die ook stagebegeleider is. Natuurlijk wil Ensel ook meehelpen om leerlingen vakbekwaam te maken en wegwijs te maken in de praktijk, zo benadrukt Kuperis. ,,Bedrijven vinden het allemaal heel mooi en we willen allemaal nieuwe vakmensen. Maar aan het einde van de dag moet de productie wel zijn gehaald”, schetst hij de spagaat.
Dat er via STO-NOF wordt gepoogd een goede match tussen het onderwijsveld en het bedrijfsleven te bewerkstelligen, vinden Mooibroek en Kuperis een goede zaak. Filosoferend over de manier waarop de jeugd in het praktijkveld het beste begeleid zou kunnen worden, noemt Kuperis - in lijn met de intenties van STO-NOF - de optie van een combi senior-medewerker en scholier. ,,Het zou het mooist zijn wanneer je een zestigplusser en een leerling bij elkaar zet en op die manier voor een overdracht zorgt. Dan kan de senior, die een vracht ervaring heeft, een tandje minder en al z’n kennis overdragen aan de leerling. Dat is in m’n ogen ideaal.”
Met het leermeester-leerling-model refereert Kuperis aan de vroegere praktijkschool, waar ‘oude’ vaklieden voor de instructie zorgden. ,,Op de praktijkschool stonden ook machines als schaaf- en freesbanken. De leerlingen werden er de fijne kneepjes van het vak bijgebracht. Ik geloof nog steeds dat dit een goed werkend systeem is.”
Docent Mooibroek juicht het pleidooi van Kuperis voor een combi senior-leerling op de werkvloer toe. ,,Dat is een goeie.” Ook pleit Mooibroek voor een regelmatige uitwisseling tussen scholen en het bedrijfsleven. Als voorbeeld noemt hij dat leerlingen en docenten bij een onderneming een kijkje gaan nemen hoe bijvoorbeeld machines werken. ,,Er moet meer interactie ontstaan. Het zou ook mooi zijn wanneer een monteur van Ensel bij ons op school komt om een gastles te verzorgen.”
Thimo blijft in het leerwerktraject tot maart aan de slag bij Ensel. De eerste stappen bij het staalconstructiebedrijf zijn hem zeer goed bevallen. ,,Het is mooi om hier te zijn. Ik ben een doener en werk het liefst met de handen. Stilzitten is niets voor mij.” Bij de onderneming heeft hij diverse werkzaamheden verricht met de nodige veelzijdigheid. ,,Daarbij heb ik ook al veel geleerd.” Kuperis is blij om dat te horen. ,,Het is niet de bedoeling dat een leerling aan de bezem komt en alleen maar aan het opruimen is. Het is mooi dat Thimo het naar z’n zin heeft en het nodige opsteekt.”
Boost voor techniek in de regio NO-Friesland
STO-NOF staat voor Sterk Techniekonderwijs in Noordoost-Friesland. Een van de doelstellingen van het project, waarbij naast scholen en het bedrijfsleven ook de overheid betrokken is, is om de jeugd (weer) enthousiast te maken voor techniek. De ambitie is om kwalitatief hoogstaand onderwijs aan te bieden, dat aansluit op de vraag vanuit de markt.
Met de gezamenlijke aanpak wil de regio voldoende mensen voor de technieksector opleiden, met de vaardigheden die in de toekomst nodig zijn. Ook richt STO-NOF zich op het maken van verbindingen tussen het onderwijsveld en het bedrijfsleven. Het een-tweetje van het Dockinga College en Ensel Staalkonstrukties is daar al een fraai voorbeeld van. Ensel leverde bij de aanpak van het bordes een groot deel van het materiaal en stak in het kader van cofinanciering tevens uren in het project. Bouwgroep Dijkstra Draisma stelde eveneens materiaal en uren beschikbaar. Cofinanciering door het bedrijfsleven is ook een onderdeel van STO-NOF.
